Stationshal Utrecht. Wat een keuze hier in de
snackwand. Ik neem een..., een goulashkro…. Een mevrouw van middelbare leeftijd is net eerder en trekt het luikje open.
‘Hé Loes!’
Loes is de- hoe noem je dat bij mannen- die mij ontmaagd heeft. De oude fiets.
‘Manus. Jee man, dat is lang geleden’
‘Carnaval 1986’
‘Nóg iets kaler maar wel die oogjes. Hoe is ut?’
‘Goed. En met jou?’
’Ook goed. Ik volg een cursus 'Voedselpresentatie' aan de hotelschool hier. Van het kunstenaarschap valt niet te leven. En
voedsel goed presenteren, daar kan ik misschien wel een eethuisje mee beginnen.
We kijken elkaar aan. We denken aan hetzelfde.
‘Was jouw eerste keer he?’
Ik glimlach en zet de klok in mijn hoofd terug.
‘One night stand zei je nog, om geen valse verwachtingen te wekken.’
Loes lacht. We zitten nu allebei in hetzelfde parallelle universum.
‘En zeg nou zelf Manus. Die tweede keer, bij jou op je kamer, dat was toch…’
Loes brengt de kroket naar haar mond.
‘Slappe hap!’
‘Precies!’
Loes proest en verslikt zich.
Er zit blijkbaar een verbinding tussen de neus en de mond. Er schiet een beetje goulash uit haar neus.
Die moet op de cursus nog veel leren.
Net als ik destijds.