Als je een overall aan hebt, heb je geen gezicht
meer.
Jessica, het tutje met de grote scheur (zie hierboven) gaat verhuizen. Ik wil dat ze niet vergeet waar ze vandaan komt en besluit haar het straatnaambordje te geven. Eén probleem, dat hangt bij
nummer 2 helemaal aan het begin van de straat -de dure kant- aan de gevel.
Mijn klusbrommer heeft een hulpstuk waarmee ik ladders kan vervoeren. Vooral in de bochten een uitdaging voor medeweggebruikers.
Ik kom voorrijden. Overall met grote letters ‘Manus Klusbedrijf’ op de rug aan. Klik klak. Ladder los. Ik plaats de ladder in de border. Heel langzaam. Heel lui. Dat is
essentieel.
De voordeur gaat open.
‘Mag ik weten wat de bedoeling
is?’
De bewoonster, 50 jaar, parelketting, omhoogstaand kraagje
van witte bloes over roze trui.
‘Gemeente Doetinchem. Ik kom
voor het bordje.’
‘Het bordje?’
‘Het straatnaambordje. Dat reflecteert niet. Emaille he. Dat deden ze vroeger. Maar dat zie je ’s avonds niet . Mag niet. Verkeersbesluit. Heeft pas nog op de gemeentepagina gestaan. Je zal maar
een hartaanval hebben en de dokter kan ’s avonds de straat niet vinden.’
De dame knikt.
‘Nee, dat zou
wat zijn.’
‘Ruik ik koffie?’
‘Eh, momentje ik wou net gaan zetten.’
De dame biedt er zelfs een
koekje bij aan, uit een trommel.
‘Nou, dan gaat ie
maar’. Ik klim de ladder op. Langzaam, lui bijna. Ik ben van de
gemeente.
‘Let u een beetje op de
planten?’
‘Ja hoor. Maar eigenlijk had u tot 1 meter de tuin vrij moeten maken.’
‘Oh, neem me niet kwalijk. Dat wist ik niet.’
Het bordje is er af. Ik stop het in de krantentas aan de
klusbrommer, keer de brommer en hang de ladder weer in zijn klem.
‘Dat was het? ‘
‘Dat was het.’
‘En het nieuwe bordje dan?’
‘Daar ga ik niet over. Ik ben van Verkeer. Dan moet u mijn collega van Openbare Werken hebben. Daar hebben ze de nieuwe bordjes. Gewoon de gemeente bellen, dan kunnen ze u
vertellen wanneer ze komen.’
Ik start de klusbrommer in
mijn overall met Manus er op.
Als je een overall aan hebt,
heb je geen gezicht meer.
Jessica is blij met haar afscheidscadeautje. ‘Hoe kom je daar nou
aan?’