Een kerstverhaal, zo'n beetje

 

 

Toen ik nog bij de Sociaal Pedagogische Dienst werkte, liepen daar ook klanten die niet officieel verstandelijk gehandicapt waren, maar wel een beetje.

 

Zwakbegaafd zou u zeggen. ‘Mensen met mogelijkheden’ was het SPD-jargon.

  

Eén klant was een oude mevrouw, die gezien haar accent oorspronkelijk uit Duitsland afkomstig was en die thuis vervuilde en hier niemand kende. Rond de feestdagen at ze mee met een gratis kerk-kerstmaaltijd, waar een van de maatschappelijk werkers van de SPD haar naar toe reed en weer ophaalde. Dat was haar hele netwerk. Ik had haar één keer gesproken, toen ze een keer geen vervoer naar de kerstmaaltijd had. 

 

Dit jaar at ze niet mee. Ze was vlak voor kerst overleden. Omdat ze verder niemand kende, belde een slimme  gemeentemedewerker naar de SPD. Of wij haar kenden en of ze iemand had om de papieren door te nemen voor het geval er nog een begrafenispolis zou zijn. Was er niet.

Van mijn collega hoorde ik dat mevrouw een beroerd leven achter de rug had, met veel pech in de liefde en met haar  gezondheid en daarvan was ze knap dorstig geworden. Baan verloren, uitkering niet gesnapt… boete bij de gemeente, deurwaarders ... en de Belastingdienst had ook nog wat van haar te goed....

 

 De gemeente zou verder nog naar familie in Duitsland zoeken, maar of iemand van de SPD ook naar de crematie zou gaan, want anders zou daar helemaal niemand bij zijn. En dat vond de gemeentejuffrouw 'nou ook weer sneu'.

 

De kerstmaaltijdcollega en ik besloten te gaan. 

 

Moest ik ook nog iets zeggen bij de kale ceremonie?

 

Dat leek me van niet, want dan zou ik mijn warme woorden tot niemand richten. Ja, tot mijn collega. En dat kan ik op kantoor ook. Meestal warme woorden als ze weer eens iets vergeten had en dan uit zenuwachtigheid dom lachte, met een ‘snork’ aan het eind.

 

We besloten dat we het beste haar konden gedenken met een Duitse schlager waaruit ze  soms levenswijsheden citeerde. ‘Es gibt kein Rosen ohne Dornen'. Van Roy Black.

 

Mijn collega kende wel iemand die die muziek had en overhandigde me dat nummer op de parkeerplaats van crematorium Slangenburg.

Op cassetteband.

'Eh…. Cassette?   Daar kunnen ze hier echt niks mee', zei ik geërgerd. 'Ze hebben alleen cd-speler of een usb-poort voor als je het digitaal aanlevert.'

 

'Oeps foutje…'De collega lachte weer zenuwachtig, met die snork aan het einde. Net zoals die overleden mevrouw lachte, viel me nu pas op.

Ze reed snel naar huis om het nummer alsnog op te halen. Er wachtte toch niemand en de ceremonie mag, ook als de gemeente de kosten betaalt, gewoon een half uur duren.

 

Hebbes!’, hijgde de collega een kwartier later en liep met een holletje met een usb-stick naar de uitvaartondernemer die met de armen over elkaar naast de kist plechtig stond te wezen. ‘Van het internet geplukt’ hijgde ze trots. ’Gewoon Roy Black gegoogeld.’ De uitvaartondernemer ging naar zijn geluidshoekje.

 

Mijn collega en ik gingen voor de kist staan voor een laatste groet en de muziek begon te spelen

 

‘Schön ist er auf die Welt zu sein...’

 

Weer die zenuwachtige lach met die snork.

 

Maar ik kon de richting van het geluid niet plaatsen