De vloeibandieten

 

foto
´Theo doe mij eens een pakje vloei, die van mij zijn nat van het bier.´

´Da’s dertig cent.´

´Wat! Dertig cent? Diefstal!´

´Ik kan er ook, niks aan doen, Henko. Kijk maar, het staat op het pakje: dertig cent. Maar troost je: in Noorwegen kost een pakje vloei wel zestig cent. Daar kan je net zo goed sigaretten gaan roken.´

Onzalig zijn de plannen die in café De Poort worden bedacht. De volgende avond staat Henko in zijn oude Mercedes voor De Poort met de achterbank tot aan de ramen volgeladen met vloei: losse pakjes, 5-stuksdoosjes, grootverpakking, Rizzla, Mascotte, huismerk van de Aldi, vloei tot waar het oog reikt. Alleen de chauffeursstoel was vrij. De ruimte vóór de bijrijdersstoel was tot aan de zitting volgegooid met losse pakjes vloei.

‘Ik ga naar Noorwegen. Goud geld verdienen.’


‘Hoeveel heb je eigenlijk gekocht?'

'Weet ik veel; honderd kilo zoiets, 3000 euro. En 1000 voor onderweg. Henko heeft zelfs het reservewiel volgepropt met pakjes vloei voor tegen de douane. Waar ligt Noorwegen eigenlijk?’


Aangezien ik aardrijkskunde had gestudeerd, werkeloos was en bovenal klein van stuk (in verband met de ruimte in de auto) ging ik mee als bijrijder.

Duitsland was geen punt, Denemarken ging nog net, maar bij Frederikshavn was de meegenomen drank echt op. 

‘En in Noorwegen is drank schreeuwend duur.’

Gelukkig was de drank aan boord belastingvrij. We besloten op de boot in het voren te drinken.

Halverwege de bootreis (dat is een gok) waren we zo dronken dat een geanimeerd gesprek over de Estonia met een purser en wat omstanders uit de hand liep. Henko en ik wisten zeker dat dit schip ook aan het zinken was. ‘Voelen jullie dan godverdomme niet hoe scheef alles staat?’. Ik viel zelfs, wat me in mijn gelijk bevestigde.

De schapen begrepen het niet en Henko en ik werden de nacht in op een buitendek geduwd, waarna een ijzeren deur werd gesloten. Wij konden niet terug: zij hadden zich opgesloten. Ze zaten als ratten in de val. 

‘Idioten! Allemaal Idioten!‘
´Manus, we pakken een reddingsboot!’
 

De reddingsboot bleek te lastig om los te maken, maar een lange bank op het buitendek bevatte tientallen reddingsvesten die we alvast overboord gooiden voor de slachtoffers later... 


In de vroege ochtend: hoofdpijn en bergen. Noorwegen. Met van die typisch blauwitlichtflitsende politieautootjes die de boot opwachtten.

´Douane!´ Snel de vloei weg!' Met armen tegelijk renden we van autodek naar reling en wierpen vloeipakjes als papieren sneeuw op de zee. We renden wel tien keer heen en weer met onze armen vol vloei, los en in dozen. Bange medepassagiers hielden zelfs de ijzeren deuren voor ons open.

De douane bleek slechts politie, maar was wèl voor ons gekomen. 

'Die reddingsvesten? Wat! 60 Euro per stuk!'

Henko en ik waren nog voor we goed en wel op Noorse bodem stonden 600 euro armer.

In een café aan de haven komen we een Nederlander tegen. 

´Zeg, wat kost hier de vloei?´ 

'Dertig cent.´ 

'Wat!' 

'Je had vorige week moeten komen, toen was het nog zestig cent, vanwege die staking in de papierfabriek.' 


We besluiten om te keren. 
Denemarken ging nog, maar in Duitsland was de benzine echt op en het geld ook.

De Mercedes wordt verkocht in Bremen. Twee treinkaartjes Bremen-Arnhem: samen 130 Euro.

Henko en ik zien elkaar vrijdag weer in de Poort. 
Het ergste gelach daar is alweer voorbij.

‘Henko!’ roept Theo. ‘Telefoon! Een of andere Duitser uit Bremen. Die heeft een wiel gewisseld en nou een klapband: de hele snelweg onder de vloei…’