Actueel: personeelsblad gemeente Oude IJsselstreek. over de onverwachte fusieplannen tussen Doetinchem en Oude IJsselstreek
Natuurlijk gaat deze column over de fusie. Die kwam op 20 april bij de medewerkers in beeld via Omroep Gelderland en even later via de bladen, met dezelfde beelden: 2 burgemeesters die in een bruin hotel achter een tafeltje met een pikkerig kleedje waarop mijn oma nog haar citroentje met suiker had gemorst….
Of de fusie een goed idee is of niet, daar heb ik geen verstand van, maar als communicatieman viel me op dat het beeld wat truttig was.
Beelden zeggen veel meer dan woorden. Daarom gebruiken mensen vaak beeldspraak: analogieën, vergelijkingen met dingen waar mensen wel een duidelijk beeld bij hebben. Dat verheldert de zaak. Bij de fusie was de eerste beeldspraak ‘Brommers kieken’. Communicatief een geweldige beeldspraak. Hij is regionaal bekend, laat iedereen glimlachen en met brommers kieken zeg je: 'ik zie je wel zitten, zullen we verder gaan'.
De media pikten de beeldspraak goed op: de Gelderse Post spreekt al over ‘Boerenbruiloft in het verschiet’. De kracht van beeldspraak.
Maar het kan ook helemaal misgaan. Als burgermeester Kaiser (is dat van het jongverloofde stel dan het mannetje of het vrouwtje?) zegt: ‘Doetinchem is nu nog te zwak om als locomotief de karretjes te trekken', dan schiet die beeldspraak andere gemeenten in de regio in het verkeerde keelgat , wat op zich ook weer en beeldspraak is. Bedoeld wordt dan: 'het hoort niet zo en we willen het terughoesten'.
Dan zeggen andere gemeenten boos: ”We zijn potverdorie geen karretjes!We zijn karretjes die zelf een motor hebben'. Een mooie poging om de beeldspraak door te koppen, maar net geen goal: karretjes met een eigen motor heten treinstel, tram desnoods. Een paar dagen later heten de karretjes in de Gelderlander zelfs kleine eigen locomotiefjes, zonder karretjes.
Het nadeel van vergelijkingen is dat ze altijd wel ergens mank gaan. Anders waren het geen vergelijkingen maar de zaak zelf.
Het wordt nog erger. In plaats van het slim te hebben over een gemeenschappelijk spoor dat we in de Achterhoek allen willen volgen en ook willen uitbreiden en dat men geen dwarsligger wil zijn, ontspoort de buurburgervader in de krant geheel.
‘We lijken te gaan naar een centrumgemeente die roept:’Laat de kinderen tot mij komen.’ Taalkundig een prachtige demarrage: baseer een beeldspraak op de bijbel. Dat zet de ander neer als gelovige , met een geloof in plaats van zekerheden. Doetinchem denkt dat ze Jezus, De Goede Herder. is.
Maar het blijkt Gejeremiëer . Het treintje vliegt uit de bocht als hij doorgaat: ‘Die kinderen zijn geen makke schapen meer maar inmiddels volwassen gemeenten geworden.’
Hè, dat is geen beeldspraak meer maar krompraat: bijbelse schaapjes kunnen verdwalen, , verloren raken, zwart zijn of een Herder missen, maar makke schapen, dat is echt beeldspraak uit de landbouw. Makke schapen, daarvan kunnen er veel in een hok. Mits ze de neuzen aan dezelfde kant hebben. Nee, nou laat ik de klepel zelf vallen.