1999. Een echte krant. Ik werk voor een echte krant:
De Gelderlander, redactie Zevenaar. Als contractant. ZZP-ers kende je toen nog niet. Een contractant is een soort vaste freelancer: de krant neemt een vast aantal artikelen van je af, zodat je
een wat minder onzeker inkomen hebt.
Vrijdag. Het is rustig op de redactie, waar ik steeds vaker mijn verhalen typ en dan meteen de politiescanner kan horen. Die staat aan, ja. Mocht toen nog, of mocht toen ook al niet, maar er
zitten altijd een paar kolommen met verkeersongelukken in.
Krggggt ‘Eenzijdig....', betekent dat er maar één auto een ongeluk heeft gehad. Hooguit een eenkoloms stoppertje, net 20 gulden
waard: het laagste bedrag voor een bericht. Daar ga je je bureau niet voor verlaten.
Krggggt ‘Tweezijdig....': twee auto's maar nog steeds niet meer dan 50 woorden.
Krggggt ‘Centrale, graag assistentie met spoed bij een aanrijding waarbij vier voertuigen zijn betrokken, bedrijventerrein Duivenpoort, hoek
gildestraat en nijverheidsweg. Ambulances zijn al onderweg.'
Kijk! Nou kan Kuifje centen verdienen. Mijn eerste grote bloedklus. Zevenaar-Duiven dat is drie minuten.
Adrenaline,Kuifje, geld. Ik rijd alsof ik Diana en Dodi probeer in te halen.
Ik ben er gelijk met een tweede ambulance. Politie heeft de kruising met rood-wit lint afgezet en onder een lichtblauwe deken ligt, naar de schoenen te oordelen, een vrouw.
Twee personenauto's liggen helemaal in puin, één vrachtwagen is half in de sloot gereden en balanceert op zijn aanhangersdeel en een vrachtwagen staat op de stoep aan de overkant van de kruising,
met vreemd genoeg een nog steeds rechtopstaande lantaarnpaal uit het dak van de cabine.
De ambulancebroeder tilt kort de deken op en holt naar de tweede personenauto waar zijn collega druk gebaart. Hier valt voor hem nog wat te verdienen.
Voor mij valt een vierkoloms te verdienen. Ik zie fotograaf Roel al foto's maken, maar niet van de deken met de damesschoen. Vakman: Roel weet dat de redactie die toch niet koopt. Een totaalshot
met alle vier voertuigen, die willen ze wel hebben. Roel zoekt zijn plaatje.
Ik loop snel onder een roodwit lint door: wie houdt me tegen? Hé pers! En trek de deur open van de vrachtwagen met de lantaarnpaal uit het dak.
Daarin zit drie treden hoog een chauffeur te bellen. Spierwit, traag pratend: 'Nee, denk ik niet'.....'weet niet.... zal wel even
duren.'
De hand met de telefoon valt op zijn schoot. Nou, valt eigenlijk op het dashboard dat vast tegen zijn buik aan zit.
Dan valt via de trede uit de broekspijp zijn onderbeen naar buiten. Ik vang het half op, maar laat het meteen vallen als ik besef wat ik vast heb. Het is warm.....
'Met ernstig beenletsel naar het Rijnstateziekenhuis afgevoerd', schrijf je dan.