Boerenbrood

‘Je eet ook niet goed.'
Iedereen is dokter als het er om gaat de kwalen van een ander te duiden.

‘Ontbijt je wel gezond? En je luncht toch wel met bruin brood. Denk aan je biffidus.... 70% van je weerstand...'

‘Ik ontbijt nooit, en lunch een pak karnemelk...'

Kortom mijn handeneczeem is mijn eigen schuld. Jodiumtekort, moet wel. Zit in brood: kijk maar, zij eet elke dag twee keer brood en mankeert niks.... Ik laat mij opa van 90, die als een schoorsteen rookt, waar hij is. Als we zo gaan diagnostiseren hebben we een artsenoverschot.

'Ja ik ga naar de bakker.' Vinnik eigenlijk zonde geld, want dat brood is verschimmeld als ik aan het derde sneetje ben.

‘Moet je bij de echte bakker echt boerenbrood kopen, vers laten snijden en in porties van twee, drie sneetjes, in de vriezer doen.'

Ik naar Dokus van der Zande in Varsseveld, naast het gemeentehuis. Waar de bakker nog alles van iedereen weet: die van de supermarkt die zijn gescheiden, die jongste van Nibbelink schijnt, ik zeg schíjnt, opgepakt te zijn voor die brand van het boshuisje van laatst.... en weet je wie er óók dood is...

‘Mag ik een boerenbruin?'

Ik ben duidelijk niet 'van hier'. Anders had ik de dorpsverhalen wel afgeluisterd.

‘Gesneden?'

‘Uiteindelijk wel. Nu nog niet, maar als u het door de machine haalt ...'

Zjoege zjoege zjoege zjoege, zjoege ...

Herinneringen aan vroeger, boodschappen doen, en als je bofte, kreeg je het kapje, dat op de bodem van de snijmachine viel, overhandigd als koekje voor onderweg.

Zjoege zjoege zjoege zjoege zjoege zjoegge zjoeggge, zjjoegggezjiii .......

Vrouw Dokus duwt tegen het brood, maar het wil niet verder door de tralies.

Zjjoegge, zjoegggge krieeek, zjoe....
Het ruikt naar ‘metaalwerkplaats' in de bakkerswinkel. Vrouw Dokus zet de machine uit en trekt moeizaam het brood naar achteren.

‘Ná! Wastátán?'

Ze breekt het brood in tweeën, nou ja drieën en wat losse brokken. Als ze maar niet denkt dat ik dat nog wil hebben.

Er komt een mes uit het brood! Een steakmes, voor bij de warme maaltijd. Vrouw Dokus houdt het omhoog.

‘Ná!'

‘Een steakmes', zeg ik.

‘Alle messen bunt om te steken', weet mijn buurvrouw.

‘Nee, een stea.. ‘ ik laat de lange ‘eee' maar zitten. Ik ben niet van hier.

‘Doet de machine het nog?'

‘Ja dat wel, maar gottegot, een mes....'

‘Dan graag een vloerbrood alstublieft.'

Die kleine van Nibbelink redt zich maar.