Iedereen heeft wel eens zo'n
boze buurman gehad als in ‘Ja zuster, Nee zuster'. De mijne heette Bulsink, in de zestig, studentfobisch en woonde naast me toen ik nog studeerde in Nijmegen. Met die klusbrommer ja.
Over die brommer had hij altijd wat te zeiken: ut ding zou te veel lawaai maken, geen echte Zündapp zijn, met zijn werkbankopbouw niet op de openbare weg mogen....
‘Ach man, stik toch...' Ik heb belangrijker dingen aan mijn hoofd. Zoals Ria: studeert iets zachts alternatiefs. Zij heeft me ook
zien rijden op de klusbrommer, naar de universiteitsbibliotheek, en bij de koffieautomaat... ‘tis misschien een rare vraag maar of ik
ook...'
‘Tuurlijk.'
Ria maakt die avond macaroni met linzen voor me. Ik zeg dat ik het lekker vind.
‘Maar ruik je niks?'
Ik ruik met mijn neus omhoog. Ben nog te bleu om de gelegenheid te misbruiken en mij de weg naar haar hals te snuffelen.
‘Nee, ruik eens goed!'
‘Nee... niks.... etenslucht...'
‘Precies!'.
Gebakken vis, van haar medebewoonster, die dat twee dagen geleden had klaargemaakt.
‘Dat is toch niet normaal, dat etenslucht hier zo lang blijft hangen? Weet jij daar niks op?'
Ah, ik zie het al. Boven het gasstel zit een vierkant plastic rooster in de muur dat -eenmaal verwijderd- een smalle afvoerbuis afdekt.
‘Die afvoer is te smal. Je hebt hier geforceerde afzuiging nodig. Hier zat ooit een afzuigkap. Heb je in dit keukentje wel
nodig.'
‘Een afzuigkap? Wat kost zo'n ding wel niet...'
Tegen acht uur ben ik weer bij mijn kameradres. Buurman komt naar buiten gesneld. Man, wat moet ik dan: de brommer op de straat al afzetten en ‘m dan door het brandgangetje duwen?
‘Ach Buurman toch...'
‘Ja?'
‘Kom eens kijken.'
Buurman is zijn keuken aan het witten. Alles afgedekt met kranten, maar heeft de muren nog net niet tot aan het plafond gedaan.
‘Ik dacht dat ik flauw zou vallen toen ik op de trap stond. Zou jij het niet af.....? Nu meteen, in verband met de aanzetten in de
verf...?
‘Kost je 25 gulden.'
Is geen probleem. Buurman blijft me wel op mijn vingers kijken. ‘Daar! Nee daar, je vergeet een stukje!'
‘Nee man, ik bén daar gewoon nog niet!'
Een uur later is het klaar. Ik haal de kranten van de kastjes en van een moderne afzuigkap...
‘Buurman, je had wel dood kunnen zijn. Hoe lang hangt deze kap er al?'
‘Drie maanden, is best een dure.'
‘Vind je het gek dat je bijna flauw valt van de trap? Je had wel koolmonoxide-dode kunnen wezen. En had ik na een week op de stank af moeten
komen..'
‘Aij!'
Of ik...? Wil ik best. Ik vul zelfs gratis de gaten in de muur en schilder het laatste stukje over.
Ria was er blij mee.