Ester

 

fotoDe eerste keer dat ik Ester zag, was toen ik mijn ogen opendeed na haar kus.

Nee, letterlijk: op het pop- en theaterfestival Eeuwig Erbarmen in Varsseveld: Woodstock in de Achterhoek bij het muziekkoepeltje in het park met glooiende grasarena waarop je kon zitten, liggen, drinken, blowtje roken ...
Ze was naast me komen zitten, gaf een kus en zei: "Jij bent Manus'!

‘Ja, en jij bent.....'


‘Ester', lachte ze. ‘Ik heb je gezien op de verjaardag van Viviane. Ik had haar niet gezien.

‘Lullig van Viviane'

Wie het trieste verhaal van Viviane wil lezen moet ver terugscrollen op deze site.

Ik lach niet meer. Ester wel. 'Als ik verdrietig ben, zing ik 'I will survive'.
 

 'Ken ik niet.'

Ester komt met haar mond bij mijn oor en zingt:'Once there was a time I was petrified, thinking I could never live without you by my side....'
Enfin het hele liedje en toen ze bij het refrein kwam sprong ze op en begon te dansen.
Omdat er in het koepeltje net een ballade bezig was, trok ik haar naar beneden.
Ze viel op me. Gaf me wéér een kus. En een onbedoeld knietje.

Nou jij bent snel.'

Ik knikte. Zo snel was ik nog nooit verliefd.

'Ik heb het ook uit'. Even keek Ester nors, maar toen lachte ze weer:'Mij heeft-ie niet. I will survive'. En weer zou Ester opgesprongen zijn als ik haar niet gelijk naar beneden had getrokken. Weer zoenen.

God moet gedacht hebben dat ik die dag jarig was.
 
Esters ex was uiteraard een lul en had haar er om onverklaarbare redenen uit hun gezamenlijke flat geschopt en nu woonde Ester tijdelijk in Heelweg op een boerderij waarvan de boer in het verpleeghuis was beland en de kinderen alvast aan het vechten waren over wie nou precies wat zou krijgen. Kon Ester mooi voor de paarden zorgen en de volkstuin doen. Ester was gek op paarden en of ik kon tuinieren?

En óf ik kon tuinieren!

Drie weken lang scheen de zon. Ester reed paard en roskamde en ik liep in blote bast in mijn tuinbroek tussen de tuinbonen, tomaten en zoete maïs, met een grasspriet tussen mijn tanden. En bij elke paardenwissel kwam Ester met een kan water waarin vruchtjes dreven van het stukje land naast het huis. Het water spuugden we plagend in fonteintjes naar elkaar en de rits rode besjes aten we op zoals Dalmatiërs in een tekenfilm samen spaghetti eten. Het was 'Het kleine huis op de prairie'. Iedereen was gelukkig en zelfs Okki, Viviane's ex-hond, deed leuk naar de paarden.

‘Manus?'

‘Ja?'

‘Ga jij naar het trouwfeest van Barbara en Gert?'

‘Ik heb wel een kaart gehad.'

Barbara was een vriendin van Viviane. Ik had er wel eens geklust en hoorde blijkbaar ook op de trouwgastenlijst.

‘Ik ook.'

Nou hou ik niet van trouwerijen, of überhaupt van mijn huis verlaten.

‘Het is een heel weekeinde op een campingboerderij ....'

‘Nou dan heb ik al een probleem met Okki.'

‘...waar ook honden mogen komen. En stelletjes hebben een aparte kamer als ze geen tent willen..'


Natuurlijk ga ik mee.

 

-----0-----

 



Brabant, de campingboerderij.

Bij elkaar blijken Ester en ik toch nog een groot deel van de overige gasten te kennen:meest dertigers, deels met kids.
‘Manus, wat leuk! Jij komt anders ook de Achterhoek niet uit. Lullig van Viviane. Nee, die komt niet. Vanuit Oman zeker?'

‘Eerst de huishoudelijke kant: er is één grote kamer met dubbelbed voor stelletjes en zes gewone met lits jumeaux...

‘Wij! Manus en ik!' roept Ester en hoewel ik dat normaliter knap brutaal vind, zie ik het in dit gezelschap als vooraankondiging. Van trouwen .....

Het is een hippiebruiloft, met macrobiotische taart, maandansen in de wei en de gasten worden geacht ook een optreden te verzorgen. Geen punt. Ik ken mijn gedichten uit mijn hoofd en met Ester durf ik alles. Wat een leuke man is die Manus. Hij heeft zelfs een van de kinderen met een viltstift ‘us' achter het Superman-logo op zijn t-shirt laten zetten en rent nu als Supermanus met de arm vooruit en een reeks kinderen en Okki er achteraan 'tatadataa'-zingend door de camping op zoek naar onrecht en superheldenacties.

‘s Avonds bier en dansen. Ester zie ik even als ze bier komt brengen en me een kus geeft op mijn wang. Heel even wil ze dansen: ‘nu, meteen direct!' waarbij ze vooral om zich heen kijkt maar na een minuut wil ze niet meer. ‘Ga maar meer bier halen.'

Om 2 uur ‘s nachts heb ik de knollen op en ga naar de kamer.

Geen Ester.

De volgende ochtend, vroeg wakker, of beter gezegd de hele nacht wakker gebleven. Ik ben ingedeeld bij de ontbijtverzorgploeg. Ester ook. Ik snijd broden, nog warm uit de steenoven en Ester snijdt plakken kaas vanaf een grote homp die ze tegen haar bloes van gisteren houdt.

‘Waar was je nou?'

‘Manus niet klef worden,'
lacht Ester.

Ester is ingedeeld bij de ruiterclub en ik ga met de kids een sloophouthuttendorp maken.
En ach, dat was ook wel leuk.

‘s Middags weer eigen muziek en sangria.

's Avonds is Ester af en toe in de buurt maar als ik haar aanspreek, of op haar schouder tik om haar aan te spreken, dan is de zin weer: ‘Manus niet klef worden.'

Tweede nacht. Dansen, muziek , wijn,  naar bed, voor het naar boven gaan kijken waar Ester is, maar geen Ester.
Barbara komt naar me toe.

‘Manus, lullig voor je.'

‘Ach.. dat van Viviane, daar ben ik inmiddels wel overheen. Wat een leuke bruiloft zeg. Twee dagen op een boerderij, alles relaxed....
Barbara wil wat anders zeggen, maar bedenkt zich. Het is haar feestje.

Tweede nacht. Weer alleen.

Volgende ochtend: ‘Wat is er aan de hand Ester.'

'Ik heb nu verkering met Paul, een vriend van Gert. Ik wist dat hij er zou zijn. En het is gelukt. Paul zag me nooit staan, maar meisjes met verkering vindt-ie een stuk spannender.'

‘Huh?'

‘Wist je dat niet?'

Ik wist het niet.