Deel 5 :AWOL.  Absent WithOut Leave

 

 

fotoHoe onze held geen held blijkt, maar eigenlijk toch wel

Ik bel agent Mulder. ‘Ik wil toch eens met u praten.’

We spreken af in de Orangerie, boven aan de bult bij de Waalbrug.
Ik zweer je: hij zit achter een krant in de lobby.

'Meneer Mu… '

'Kom mee '

'Hier'.

Ik krijg tien piek in mijn hand. ‘Das voor de taxi.'’

'Maar ik ben met de fiets.'

Wij zorgen goed voor onze mensen.'

'Nou daar wou ik het over hebben. Ik heb zo’n bijeenkomst eens bijgewoond en het is niet mijn soort mensen, maar ik heb nou ook niet dingen gehoord waarvoor ik meteen de cavalerie zou bellen.'

Dat Tietjes lief naar me gekeken heeft, vertel ik er maar niet bij.

Of ik geen grappen wil maken over cavalerie, want het land is in gevaar. Dat moet ik als geen ander beseffen. Moord, Manus, moord! En vergiftigde sinaasappels, woonwarenhuizen in de brand en wat die rotzakken nog meer van plan zijn.

‘Nou wat ik bedoel, dat van de militaire keuring en dat u mijn zwager vooruit dan maar door de vingers ziet, ik vind het eigenlijk allemaal zo overdreven. Dit zijn bijna de tachtiger jaren man.'

Mulders aderen zwellen op. De krant wordt heel precies gevouwen. Messcherp.

Fuck, kent die gast een vechttechniek die ik niet ken?

Mulder ontspant: 'Manus, Manus, hoor je wat je zegt? Het valt allemaal reuze mee… ze doen niks....Weet je waarom het reuze meevalt? Omdat wij er zijn! Je spuugt me recht in het gezicht: wij nemen een enorm veiligheidsrisico door met jou in contact te treden...'

'Oh, maar maakt u zich geen zorgen, ik zeg niks. Ik wilde toch al met deze studie stoppen, van mij heeft u geen last.'

Good cop spelen heeft blijkbaar geen zin. Mulder kijkt nu echt vuil.' Dat is het niet Manus. Bij ons geldt: wie niet voor ons is, is tegen ons en jij wilt toch later ook na je studie een mooie baan? Bij de overheid?

Zit die James Bond in mini me nou te bedreigen?

'Meneer Mulder. Ik wil u en de hele BVD nooit meer zien, anders zit ik morgen nog bij De Gelderlander. En het tientje hou ik.'



Nawoord: Mulder heeft nog een keer gebeld om te praten. Twee weken later stopte ik met policitologie. Na een college over monopolisering van informatie en Big Brother vertel ik in een kantine aan een groep jaargenoten mijn verhaal en eindig met: '....en misschien ben ik niet eens de enige hier bij politicologie.'

Niemand geloofde me….

Thuis tegen mijn pa gezegd dat ik het niet doe. 'Goeie keus jongen.'