Deel 1: hoe onze held zich in  de kijker speelt

 

 

 

fotoToen ik 17 was wilde ik:
-sex
-en zo snel mogelijk het huis uit.

Wat kon ik ?
-meppen.  -en ik had een grote bek.

Kortom een baan als beroepsofficier leek voor mij weggelegd.

 

Keuring was een appeltje-eitje, al leek het of ik me -'nummer 88, schoenen uit!- groter voor wilde doen dan ik was. Maar ik had geen platvoeten of kleurenblindheid, waardoor ik flapperend de verkeerde camouflage  op zou kunnen doen. Deze jongen was een edelgermaan. 
 
Ik kreeg de test voor radiotelegrafie. Kicke! Kon ik in morse ‘Jean a un grande moustache' doortatuuten en heel het verzet zou in actie komen. Die test viel tegen: de titaatjes aan het ene oor had ik goed maar de tatietjes die blijkbaar via rechts over de koptelefoon gingen had ik 100% fout. Sterker nog, ik had rechts helemaal niks opgeschreven.

Aan het eind van de middag was er ‘algemeen fysiek’: drie kniebuigingen doen, naar een kaart met letters kijken met eerst je linkeroog en dan je rechteroog en daarna met je rug naar een keuringsarts staan met eerst rechts en dan links een hand op je oor en napraten wat de dokter zacht zegt. Rechts was duidelijk : ‘De Russen komen, de Russen komen’ (ik verzin dit echt niet, het is 1978) fluisterde de dokter en ik praatte netjes na; ‘De Russen komen, de Russen komen’.

Nu met linkerhand links afdekken. Stilte, nou ja mijn eigen hartklop en zeeschelpgeruis. Gaat die dokter nog wat spannends zeggen?

Even later wordt ik op mijn schouder getikt. Schrik!. Had die man dat niet even kunnen aankondigen?

Had hij gedaan, zei hij. Hij had zelfs gezegd dat ik afgekeurd was en dat ik naar huis mocht (een truc van keuringsartsen: als doofsimulanten meteen opspringen bij het woord ‘afgekeurd’, vallen ze alsnog door de mand.)

Maar ik simuleer niks. Ik wil juist in de mand.

Verbaasd noteert de keuringsarts mijn verweer. ‘Okee, als ik op wacht sta en er komt één Rus op zijn sokken voorbij, dan heb je niks aan me, maar we verwachten toch dat ze met zijn allen komen, met laarzen aan en tanks en zo. Dat hoor ik echt wel!’

Nee, het leger wil slechts het beste van het beste. De keuringsarts blijft maar schrijven. Momentje, hij haalt er iemand bij, met sterren op de schouders van zijn groene trui. Dat die niet roesten in de was….
Ik moet nogmaals mijn verhaal doen over één Rus op sokken en een hele bups die aan Manus' speurdersaandacht niet zal ontsnappen. Ik zal pal staan. Sterrentrui fluistert wat in het oor van de keuringsarts die zijn notitieblaadje afscheurt en meegeeft.

En?  Nee, toch afgekeurd. Balen. Dan moet ik maar studeren.

Snel een studie kiezen, anders zit ik na de zomer nog steeds thuis. Nijmegen, politicologie, september 1978. Met een pretpakket kon je ook toen al niet veel nuttigs studeren.
 
De dag voor de introductie wordt in het politicologiegebouw Stella Maris een activist/medewerker de schedel ingeslagen...