Goud

 

 

 

foto

 

De hoeve is leeg. Alleen Suus en Rianne. En ik, wachtend op een lift terug naar Doetinchem.

We maken het eten op en beginnen aan het laatste kratje kriekenbier. Kliekjes opmaken. Suus heeft geen geld meer. Niet van haar mensen en niet meer van het gesticht, waar de directeur niet blij was met Suus' verhaal bij Jambers over ´familieleden die wat smoezen met de directeur om mensen te collaceren´. Suus zit nu tussen twee banen in.

‘Tis onrecht, hè Manus.´

´Het was mooi zolang het duurde, Suus.´

´Ge zult beloond worden, Manus. We hebben de vreemdelingen geherbergd, de gevangenen bevrijd, de
hongerigen gevoed, de doden begraven.......´


Tijd om de dorstigen te laven.

‘Het was een goed idee, hè Manus. U was eerst wat negatief, maar ik heb u zien veranderen.´

‘Het was het goud aan het eind van de regenboog, Suus. Goud aan het eind van de regenboog. Ik loop er elke keer weer achteraan....' Ik kijk naar Rian en zucht.

‘Nee! Nee, zo zal het niet gedaan zijn, hè!'

Suus wordt stelliger naarmate de krat leger raakt.

‘Het goud is hier. Hier onder uw neus!'

Gaat Suusnu  zitten mediaten tussen Rian en mij?

Hier, ge hebt het zelf gezegd bij het afbreken van de muur:  Het fundament is uit Napoleons tijd. Die moeten hier gebivakkeerd hebben. En goud hebben begraven. Legers hebben altijd veel goud. Of de boer moet hen aan hebben zien komen en heeft zijn eigen goud begraven. Dat waren geen lieverdjes, hè, die soldaten van Napoleon. Die branden uw voeten, he, om u de waarheid te laten zeggen over uw goud. Kom neem de lamp, we gaan het goud opgraven, hè!´

´Nee.´

´Wat?´

´Nee, Suus, nee.´

Af en toe kan ik stellig kijken: als Henri Fonda in de eindscène van Once upon a time in the West.

Suus breek en huilt t. Rianne zwijgt.

Terug naar Doetinchem....





Epiloog


Een half jaar later. Weer een familiefeestje bij Riannes ouders. Suus is er.

´Hé, Suus, hoe is ut?´

Goed Manus. Ik werk bij de kringloop in Herentals. Allee, dat kan ik goed, hè.'

´En de hoeve?´

´Het was het goud, hè Manus.´

Ik glimlach.

´Weet ge nog dat de hoeve aan de rand van het dorp lag, en dat er om ons heen werd gebouwd?'

Ik weet het.

´Ik heb de hoeve terug moeten geven aan de bank, hè, toen ik de lening niet meer kon terugbetalen. De bank heeft de grond voor veel geld verkocht aan de gemeente. Die heeft er een weg en riolering aangelegd en nu staan er twintig, dertig huizen. Boerengrond is niks waard, he Manus, maar woningbouwgrond, dat is goud.´

-----

Even kijken, heb ik geleverd wat ik in het eerste deel heb beloofd rond de hoofdpersonen:

- dood: check
- in de bak: check, nou ja bijna
- degelijk: check
 -uit elkaar: check, uiteindelijk, maar dat is een ander verhaal.