Na de begrafenis -in
Nederland, waar de meeste familie woont- gaan we terug naar Wiekevorst. Tante Suus neemt af een toe een gecollaceerde mee uit het gesticht, die helpt bij het afbreken van muren, het kuisen van
stenen, verzagen van sloophout voor de winter, in de volkstuin, bij het leggen van een terras achter de hoeve....
En ik kan me uitleven met alle materialen van Verheije. Met de energie van een Duracell-konijntje zaag ik, metsel, installeer, werk, bid en bewonder.
Ook Rianne bewondert, maar -o ironie- nu heb ík ‘s avonds geen zin.
‘Nu niet lieverd. Alles doet me zeer en ik moet morgenvroeg.... ‘ Grappig, hoe mooi iemand lijkt als je haar wilt zoenen, als het
niet mag en hoe niet-mooi ze is, als zij wel wil, maar jouw hoofd er niet naar staat.
Na twee maanden is het klaar. Een vakantiekamp is het niet geworden, zeker niet met de creatieve omheining van allerlei in de schuur gevonden ijzeren voorwerpen die ik tot een aaneengesloten hek
heb gelast, waardoor de vier schapen niet uit de wei kunnen ontsnappen.
Ze zitten dik in de wol en het is zomer.
‘Zo heb ik ze gekregen, hè', zegt tante Suus.
Ik vang ze en scheer/knip ze met zo'n ouderwetse schapenscheerdersschaar. Het is een kunstje -niet in het vlees knippen- maar kost je wel je rug...
Manus glimt, Rianne spint en Okki rolt door de schapenkeutels. Dit is leven.
Het busje van het gesticht komt voorrijden. Acht mensen, meest ouder dan 50. Het is niet One flew over the cuckoo's nest... Eerder de populatie van Schindlers List. Met ouderwetse koffers en een
bange blik komen ze de hoeve binnen. Rian zet een klassiek muziekje op.
Tante Suus laat ze hun kamertjes op zolder zien.
‘Het zijn houten wanden, hè. Manus durfde niet te metselen op de zoldervloer.'
Tante Suus besluit dat we ‘communaal' gaan: alles is van iedereen. We doen niet aan bezit. We lenen of ruilen. Mijn gereedschap blijft buiten dit systeem, maar Suus' auto niet. De auto is hard
nodig, want we hebben ook besloten dat we een biologische boerderij annex kringloopcentrum annex kunstwerkplaats annex holistische heelhoeve zijn geworden en daar moet het nodige voor worden aan-
en afgevoerd.
De gecollaceerden zijn weliswaar niet ‘gek ‘, voor zover ik dat kan inschatten, maar wel heel simpel: plat-Vlaams sprekende Showroom-ManbijtHond-Jambers-geportretteerden.
Alleen tante Suus en Rianne kunnen rijden ( ik heb pas heel laat mijn rijbewijs gehaald, vandaar dat ik altijd klusbrommer reed). Tante Suus werkt nog part time in het gesticht om een
inkomen te houden en durft haar mensen niet zonder toezicht in haar auto te laten rijden. En Rian heeft van thuis een duidelijke boodschap meegekregen: twee doden is genoeg.
‘Alee, dan gaan we toch allemaal ons rijbewijs halen, hè.'
Een rijbewijs halen in België is vooral theorie. Men heeft immers al vaker onder toezicht gereden. Dat telt daar als rijles. Maar ‘theorie' is voor de mensen van tante Suus nu net het
probleem.
Suus bedenkt een list.
‘Alee, ik ga zelf ook meedoen met het examen, hè, terwijl ik het rijbewijs al heb. Ik zal vóór in de zaal gaan zitten als de dia's komen en onze
mensen dan signalen geven voor A, B of C, hè.'
Een geheimagentcode wordt afgesproken:
antwoord A: Suus trekt aan haar rechteroor
antwoord B: Suus trekt aan haar linkeroor -we oefenen langdurig wat links en rechts is- en
antwoord C: Suus strijkt over haar haar.
Examendag. Rian heeft alvast appeltaart gebakken voor als de examenkandidaten om twee uur terugkomen. En verdomd, ze zijn allemaal geslaagd. Met - allemaal - drie fouten, maar dat mag, hè.
Tante Suus stelt voor om nu een taxicentrale te beginnen, maar ik kan haar dát uit het hoofd praten.
Het gaat twee weken goed. Dan komt de rijkswacht. Een van Suus mensen is aangehouden wegens een verkeersovertreding en heeft een verward verhaal verteld over Suus' linkeroor, rechteroor....
De rijkswacht wil van iedereen het rijbewijs innemen.
Suus protesteert.
Suus moet voorkomen.
Ze krijgt van de rechter een donderpreek over fraude in groepsverband. Of ze daarop nog iets te zeggen heeft.
'Alle, meneer de rechter, ik heb het opgezocht, maar fraude, das als ge bewust ter uwer gewin wat doet, hè. Ik heb er geen gewin aan en deze
sukkelaars zijn zich niet van zo veel bewust, hè?'
Suus wordt schuldig bevonden maar zonder strafoplegging en de mensen moeten opnieuw examen doen.
Suus vindt dat onrecht. En als Suus onrecht tegenkomt...
Ze is zo fier op haar gelijk dat ze met het verhaal in de lokale krant komt.
Ook de lokale overheid heeft het verhaal gelezen, waarin ook staat hoe het er in de hoeve aan toe gaat.
Er zijn niet veel regels in België maar duidelijk is dat de regels dié er zijn, in de hoeve
allemaal worden overtreden. Er zijn geen vluchtwegen bij brand en omdat het voor de wet een pension is (Suus' mensen betalen haar voor de logies een deel van hun ziekenkasuitkering) moet Suus
allerlei vergunningen hebben voor voeding en bewassing.
En dan knijp ik nog mijn handen dicht dat ze de elektrische installatie niet hebben gecontroleerd, want het kringloopspul wat ik nog in Doetinchem had liggen past niet lekker in België.
Suus moet kiezen: aan de regels voldoen, of sluiten. Ze mag er zelf wonen, maar een pension mag niet.
Het busje komt weer. De bewoners stappen in, met hun koffertje in de hand.
Suus krijgt bij het afscheid nog net geen gouden ring: toch speelt in mijn hoofd de filmmuziek van ‘Schindlers List'